JDF: geen plug & pray

14 sep 2020

Blog JDFJDF is niet meer weg te denken uit het grafische productieproces. Toch is er kritiek, onder meer van Heidelberg. Robert Hartman van MIS-leverancier Dataline verdedigt het belang van de standaard. ‘Het is belangrijk dat nog meer leveranciers zich aan het platform verbinden.’

Vooruitlopend op de introductie van Heidelbergs nieuwe workflow-systeem Zaikio, deed de Duitse persenbouwer krasse uitspraken over het belang van de JDF-standaard. Via API’s (Application Programming Interface) aansluiten op het nieuwe ‘open’ systeem, zou veel beter zijn.

Robert Hartman, Business Development manager bij MIS-leverancier Dataline, is het niet eens met de diskwalificatie van JDF en wond zich op over de uitspraak ‘JDF heeft nooit gewerkt’. Hartman: ‘JDF werkt wel degelijk en het heeft een toekomst. Bij Dataline hebben we klanten waar een volledige JDF-workflow draait. Daar hebben ze procesautomatisering die zonder JDF niet eens mogelijk is. Denk bijvoorbeeld aan gepersonaliseerde items en barcodes die zorgen dat het juiste omslag met het juiste binnenwerk wordt samengevoegd.’

Consistent

Robert Hartman — Dataline
Robert Hartman

CIP4, de organisatie achter de standaard, beoogde met de ontwikkeling van JDF-koppelingen te maken tussen alle onderdelen van het grafische productieproces. De standaard beschrijft het gehele proces en maakt het uitwisselen van informatie tussen machines en software eenduidig. Hartman: ‘JDF staat niet meer op zichzelf. Het proces begon ooit als de order binnen kwam. Nu zijn er koppelingen met de eindklant via API’s. Dat kan een bestelsysteem, een web-to-print-portal of iets anders zijn. Opdrachten komen gedefinieerd in een XML-bestand binnen via een API. Dat wordt automatisch omgezet naar een conventionele order met alle specificaties die erbij horen. Daarna is het de beurt aan JDF. Het is een onderdeel van het hele traject.’

‘Heel belangrijk: JDF is consistent. Als de workflow eenmaal draait, dan blijft dat ook zo. Iedereen houdt zich aan de afgesproken standaarden en daardoor blijft alles stabiel. Dat wordt lastiger als we de standaard loslaten en iedere leverancier apart een API maakt. Als er ergens iets wordt aangepast heeft dat gevolgen voor de hele workflow.’

 

‘Het is geen plug & play, maar het is ook geen plug & pray’

Robert Hartman — Dataline

 

Ondertussen spelen API’s wel een steeds grotere rol in het productieproces. Klanten willen hun opdrachten aan de drukkerij automatisch versturen en daarvoor zijn koppelingen nodig waar JDF niet in voorziet. Hartman: ‘Het is niet óf JDF óf API-koppeling. Ze liggen in elkaars verlengde en ze kunnen los van elkaar bestaan. De functionaliteit van API’s wordt steeds groter, maar je kunt er nooit je hele applicatie mee ontsluiten. Er zit programma-eigen logica in de applicatie. Daarom zijn de SAP’s van deze wereld nog niet doorgedrongen in de grafimedia-branche. Voordat er een eindproduct is, zijn er een aantal tussenstappen. De intelligentie zit in de applicatie, dat kun je niet allemaal via een API beschikbaar stellen. De JDF-standaard beschrijft dat allemaal. Iedereen in onze wereld weet dat er verschillende vouwschema’s zijn. Dat is vastgelegd in JDF. Als je een JDF-jobticket doorstuurt naar een toepassing die JDF ondersteunt, dan klopt het altijd.’

Toch kent ook JDF zijn beperkingen, vertelt Hartman. ‘Er zijn dialecten, daar ontkom je niet aan. Je kunt private-tags toevoegen (coderingen die buiten de JDF-specificatie vallen, red.). Daar zijn we er voorzichtig mee, want dan maak je specifieke koppelingen met een bepaald systeem. Als er dan iets verandert in de software, werkt zo’n codering niet meer.’

Alle productie-specificaties vastleggen in JDF gaat nooit lukken, vertelt Hartman. ‘Daarvoor is het productieproces te ingewikkeld. Het is mooi als we 60 of 70 procent halen. Het is geen plug & play, maar het is ook geen plug & pray. Voor ons is het belangrijk dat we niet voor elke leverancier een aparte koppeling hoeven te ontwikkelen. Dat is de grote kracht van JDF.’

Geen mirakeloplossing

‘Door de combinatie van API’s en JDF kun je de productie grotendeels automatiseren. Dat is bijvoorbeeld belangrijk als er automatische orders binnenkomen van een internetdrukker. Als je dat niet automatiseert, komen de orders niet op tijd af en kun je geen winst maken,’ vertelt Hartman.
Nieuwe ontwikkelingen als data-analyse en robotica spelen een steeds grotere rol. JDF voorziet daar niet in. ‘Een API is geen Haarlemmerolie, maar het zal wel een steeds grotere rol spelen bij dat soort koppelingen. Ook wij ontkomen er niet aan om in zo’n geval een API voor specifieke situaties in te richten.’

 

‘JDF maakt je meer leveranciersonafhankelijk.’

Robert Hartman — Dataline

De afgelopen decennia riep Heidelberg de klanten op om alle productiemiddelen bij hen af te nemen. Dat zou de automatisering veel eenvoudiger en beter maken. Hartman: ‘Dat is het voordeel van JDF voor de drukker. Je bent juist niet meer afhankelijk van één handelshuis. Je kunt zelf kiezen welke drukpers, welk MIS en welke workflow-software je wilt gebruiken – mits het JDF ondersteunt. Het is vooral belangrijk bij een hybride printmediabedrijf, waarbij je op het laatste moment wilt schakelen tussen offset en digitaal.’

Ordermanagerloos proces

JDF: geen plug and prayDe initiatiefnemers van JDF waren eind vorige eeuw Adobe, Agfa, Heidelberg en MAN Roland. De verdere ontwikkeling werd zo’n 20 jaar gelden overgedragen aan CIP4. Sindsdien komen de ontwikkelaars van de aangesloten leveranciers jaarlijks bij elkaar in zogenaamde Interop Meetings, waar ook Dataline steevast aanwezig is. ‘Het voordeel van interop-meetings: de techneuten zitten bij elkaar en iedereen kan zijn wensen op het whiteboard schrijven en informatie uitwisselen. Zo kun je snel aanpassingen of toevoegingen doorvoeren en testen. De meetings werden vroeger zeer goed bezocht. Tegenwoordig zijn wij een van de weinige MIS-leveranciers die bij de meetings aanwezig zijn. De afgelopen keer waren het er twee. Blijkbaar willen mensen er geen tijd en energie meer aan besteden.’

Tijdens een presentatie op een congres in München vorig jaar benoemde Hartman het probleem. ‘We maken ons zorgen dat er zo weinig MIS-leveranciers aan tafel zitten. We zijn concurrenten, maar samen kunnen we zorgen voor een betere samenwerking met grotere organisaties. Geen enkele MIS-leverancier is zo groot als Heidelberg, Kodak of Xerox. Er wordt bij CIP4 hard gewerkt, maar het is belangrijk dat ze nog meer leveranciers aan het platform verbinden.’

Dat roept de vraag op of CIP4 wel genoeg aan marketing doet. Zou het niet verstandig zijn als ze tijdens Drupa 2021 stevig uitpakken met een promotiecampagne om alle neuzen weer dezelfde kant op te krijgen? Hartman: ‘Dat denk ik wel. CIP4 moeten sprekende voorbeelden tonen, waarbij het proces volledig geautomatiseerd is. In onze industrie is een ordermanagerloos proces mogelijk. Dat betekent niet dat er geen ordermanagers meer nodig zijn, maar voor een bestelling van tien posters kun je niet iemand aan het werk zetten. Er is gebrek aan mensen met vakkennis, daarom moet je de kennis gebruiken waar het nodig is. Dankzij automatisering kunnen bedrijven zich meer bezig houden met de behoefte van de klant.’

 


Robert Hartman is Business Development Manager bij Dataline 

Wil je ook ervaren hoe je JDF integreert in de workflow van jouw bedrijf?
Een gratis MultiPress demo maakt het helemaal duidelijk.

VRAAG JOUW DEMO AAN